Dit boek is nog in ontwikkeling.
Iedere pagina draagt bij aan een reis die nog niet volledig onthuld is. De woorden vinden hun plek, de verhalen krijgen diepte, maarânog even geduld.
Wat je hier ziet, is slechts een fragmentâeen inkijkje in een groter geheel. Een verhaal dat raakt, confronteert en inspireert. Een reis door jeugd, keuzes en lot, op zoek naar antwoorden die niet altijd eenvoudig te vinden zijn.
De stilte hing zwaar in de lucht.
We zaten daar, alsof we ons adem moesten inhouden. Iedereen wist dat er iets niet klopte, maar niemand sprak. Toen hij me aankeek, dat moment net te lang vasthield, voelde ik hoe mijn hart versnelde. âGa jij maar in mijn stoel zitten,â zei hij. Zijn stem klonk vriendelijkâtĂ© vriendelijk. In de kamer hing een beklemmende stilte, die veel zei zonder dat er een woord werd uitgesproken.
Ik wist wanneer ik moest kijken, en wanneer ik beter kon doen alsof ik niets zag.
Maar die avond was anders. De sfeer hing zwaar in de lucht, alsof het moment al vaststond, alsof er geen weg terug was.
Zijn hand rustte naast haar, net te dichtbij. Geen beweging, geen woordenâmaar iedereen wist dat het daar niet hoorde. Toch leek niemand te durven reageren, alsof stil blijven de enige manier was om niets erger te maken.
De muren kwamen dichterbij.
Het voelde alsof ik vastzat in een kamer zonder uitweg. Mijn ademhaling werd korter. Ik zette het op een rennenânaar buiten, de nacht in. De kou sloeg tegen mijn gezicht, maar ik voelde het nauwelijks. Waar moest ik heen? Wat kon ik doen? Alles in mij schreeuwde om een oplossingâmaar ik had er geen.
Maar toen herinnerde ik me: ome Jan en tante Gerrie. Ze woonden een straat verder. Misschien konden ze helpen.
Ze openden de deur en schrokken zichtbaar. Ome Jan werd woedend, tante Gerrie begon te huilen. Maar eerst kreeg ik een ijsje. Dat was hoe ze warenâzorgzaam, ook als de situatie te groot leek om te bevatten.
De vragen die bleven hangen.
Later zat ik thuis en voelde hoe de lucht dikker werd. Er waren mannen in pakken. Ze stelden vragen. Mijn moeder reageerde boos, haar gezicht vertrok van verontwaardiging. âWaarom waren de kinderen alleen thuis?â vroeg een van hen scherp.
De vraag hing in de kamer, net als alles wat niet hardop gezegd werd.
Maar later begreep ik dat dit moment groter was dan ik kon bevatten. De avond die alles veranderde was niet alleen een vergissingâhet was een grens. Een grens die ik had overschreden, zonder te weten wat er daarna zou komen.
De tijd voelde anders hier.
Niet als uren, maar als gewicht. Ik leerde alert te zijn, te voorspellen, te ontwijken. En ergens, diep vanbinnen, bleef de vraag hangen: Hoe blijf je dichtbij mensen, als je zelf constant probeert te overleven?
Maar, zoals ze zeggen:
"Het is nog nooit zo donker geweestâof het wordt altijd wel weer licht."